In Memoriam Marie-Rose Morel
Marie-Rose, gij waart iemand die niemand onverschillig liet.
Uw kort verwijlen hier in Schoten heeft desondanks en gelukkig diepe sporen in ons geheugen nagelaten waarvoor minder gedrevenen jaren samenleving nodig hebben.
Die sporen hebt gij getrokken in de harten van de duizenden die u een onvergetelijke uitvaart bezorgden.
Uw in memoriam door Bart en Jurgen, door uw moeder en zuster uitgesproken, hebben uw sprankelende levensmoed en blijheid in de fleurigste verf gezet.
Wat kunnen wij daar nog aan toevoegen?
Onze eerste gesprekken óver u met boer Eric?
Over de tuinfeesten in Ekeren voor de buurtschap en waarin uw onovertroffen gemeenschapszin tot uitdrukking kwam?
Onze hooggestemde verwachtingen bij uw komst naar Schoten om een stevige Vlaams-nationale basis uit te bouwen?
Daarna volgden gesprekken mét u per e-post, zelfs vanuit China waarin een ‘taaie’ kroonprins u en uw vader respektloos wenste te behandelen tot groot ongenoegen der Chinezen die een hogere vorm van beschaving kenden.
Dan volgde ons overleg in de Valkenlaan om de verstandhouding met VLOTT-Schoten vlot te trekken, maar daar voelde ik al de frustratie die bij u later zou uitgroeien tot verbittering voor het onbegrip dat u ten deel viel bij de lijstvorming, maar kleine mensen houden zich met rangorde en postjes bezig, grote mensen met ideeën en, zoals het tijdens de misviering zo mooi werd gezongen: << als allen worden ontrouw toch blijven wij trouw.>>
Uw tussenkomsten in de gemeenteraad getuigden van hardnekkige gedrevenheid om zaken te verbeteren, maar ook van spitsvondige geestigheid zoals bij de schenking van een kooi parkieten aan de burgemeester en een abonnement op ’t Pallieterke aan de bibliotheek.
Ik vergeet ook niet dat gesprek in den Breugel over Frank in de tijd dat de media zich als gieren op uw relatie stortten.
Als er al een reden te zoeken valt, dan hebben die uw gezondheid geknakt. Gij werd aangetast in uw vrouw-zijn en moederschap.
Ons Vlaanderen moest in de eerste plaats een warm nest voor uw kinderen zijn, daar doen we het toch voor, daarvoor al die inzet, de bijhorende afwezigheden en opofferingen.
Dat gij die inzet daarvoor nu niet meer persoonlijk kunt leveren is wel ons grootste verdriet.
Hier blijft voor ons nog een erfenis uit te voeren, en iedereen die zich aangesproken voelt weet wat hem te doen staat.
Nog zovele kankers dienen overwonnen, en die strijd moeten en zullen wij verder zetten met u Marie-Rose in gedachte.
De Belhamel.
|